
Op 28-jarige leeftijd zet Jeroen De Pré voorlopig een punt achter zijn voetbalverhaal. Sportief heeft hij zich een aantal doelen gesteld, die hij in de toekomst graag wil realiseren. Naast de uitdaging van het lopen van een marathon, sluit hij zeker de terugkeer naar het voetbalveld niet uit, maar dan wel in een andere rol.

“Normaal gezien was ik zinnens om volgend seizoen, samen met één van mijn beste vrienden te stoppen” luidt het bij Jeroen De Pré. “De jeugd binnen de ploeg heeft mij een jaartje sneller ingehaald, waardoor ik dit seizoen slechts aan zeven basisplaatsen geraakt ben. Het leek mij dan ook logisch om er nu een punt achter te zetten en de fakkel definitief door te geven aan de jeugd.”
“Ik ben opgegroeid in Schoonaarde, waar ik op pakweg 200m van het veld woonde. Het kriebelde al snel, zodat ik bij Schoonaarde begonnen ben toen ik vijf jaar was. Ik heb daar de jeugdreeksen doorlopen tot mijn 12 jaar, we hebben daar met de vrienden uit de buurt heel wat plezier beleefd. Met Hugo Van den Abbeele en Geert Geldof hadden we toen redelijk strenge trainers, al was voor ons het voetbal ondergeschikt aan het plezier maken. Daar zou het naar mijn gevoel bij lokale jeugdploegen in de eerste plaats moeten ronddraaien.”
“Aangezien er op dat moment bij Schoonaarde geen jeugdploegen meer waren na de U13, ben ik overgestapt naar SK Berlare. Met veel ups & downs heb ik daar vier jaar gespendeerd. Ik heb daar heel wat nieuwe vrienden leren kennen, kameraden waar ik tot op vandaag nog steeds kan oprekenen.”
“Het meest memorabele moment was de galamatch tegen Anderlecht, in de voorbereiding. Tijdens die voorbereidingsperiode kreeg elke jeugdploeg de kans om tegen een ploeg uit de nationale reeksen te voetballen. Vaak was dit tegen KSC Lokeren, maar dankzij goede contacten van de toenmalige jeugdcoördinator mochten wij het opnemen tegen het grote Anderlecht. We verloren die match wel met 4-0, maar wat een beleving was me dat.”
“Het lag altijd in mijn bedoeling om terug te keren naar Schoonaarde en dat is ook gebeurd op mijn 16de, waar ik mocht aansluiten bij de beloften. Ik heb daar zes mooie seizoenen beleefd en jaar na jaar kon ik meer mijn stempel drukken. Ook extra sportief waren het zes geweldige jaren en wat een fantastische bende, een groep die uitstekend aan elkaar hing.”
“Onder toenmalig T1 Tom Van Mossevelde en T2 Joeri Clocheret mocht ik stilaan proeven van de A-ploeg en dit met enkele invalbeurten. Eerlijkheidshalve moet ik toegeven dat tweede provinciale iets te hoog gegrepen was voor mij. Het laatste seizoen bij de beloften slaagden we erin om een 28 op 30 neer te zetten in heenronde. Waarna we van het bestuur de kans kregen om in t schrijven in vierde provinciale. Slechts een handvol spelers ging hierop in en de iets oudere spelers, waaronder ikzelf, gingen op zoek naar meer speelminuten in derde provinciale.”
“Ik sloot mij aan bij Hofstade, dat toen in derde provinciale meedeed voor de eindronde. In dat laatste seizoen bij Schoonaarde liep ik echter een zware blessure op en ontwikkelde ik een hernia in de rug. Aangezien de inspuitingen niet meer hielpen heb ik deze dan in augustus laten verwijderen. Hierdoor miste in mijn eerste seizoen bij Hofstade. Toen ik het seizoen daarna bij de groep aansloot woog de revalidatie toch wel zwaarder door dan gedacht en haalde ik nooit mijn beoogde niveau. Sportief gezien was dit dus een nachtmerrie, al werd dit leed enigszins verzacht door de toffe groep waarin ik verzeild was.”
“Toen het bestuur van Schoonaarde opnieuw een poging wou doen om een ploeg op te starten in vierde, kwamen ze terug in de picture. Het doel was om met spelers van rond de kerktoren en eigen jeugd een stabiele ploeg uit te bouwen. Ons avontuur begon toen met Alain Van Acker als trainer, jammer genoeg strooide corona roet in het eten, niettegenstaande we goed op dreef waren met dertien op vijftien punten.”
“Het seizoen daarna, met Tom Van Mossevelde als trainer, wisten we direct een eindrondeticket te bemachtigen. Onze ploeg werd tegen Lotenhulle genekt door een gebrek aan ervaring. Ook dit seizoen verliep grotendeels zonder mij aangezien ik na zeven wedstrijden mijn kruisbanden afscheurde. Dit resulteerde in negen maanden van herstel.”
“Ik ben daarna, met Tim Aga als trainer, vol goede moed terug begonnen. Maar door een blessure miste ik de voorbereiding en raakte zeer moeilijk terug op dreef. Na de jaarwisseling slaagde ik er dan toch in om een basisplaats af te dwingen en sloten we het seizoen af op plaats zes.”
“Het seizoen daarna was er ééntje om in te kaderen aangezien we dat jaar onverhoopt afsloten als kampioen. Dit seizoen was mijn ‘all-time’ hoogtepunt. Na de laatste match begon een onvergetelijke feestnacht.”
“Op het einde van het voorbije seizoen heb ik een heel mooi afscheid gekregen. Ik kreeg van de ploeg een ingekaderd truitje, een biermand, tijdens de match was er een spandoek met mijn naam op en ik kreeg een applausvervanging.”
“Vermits ik mezelf al direct nieuwe doelen heb gesteld, ga ik sportief zeker niet in een zwart gat vallen. Ik ben al direct aan het lopen gegaan, want het is mijn doel om in 2026 deel te nemen aan de marathon van Barcelona. Daarna zou ik graag voetbaltrainer worden, eerst bij de jeugd en als het mij bevalt bij een eerste elftal. Laat ons zeggen dat ik voor even het spelletje verlaat en zeker niet voor altijd.”
Voetbal – 4de provinciale D (M) – KFC Juventus Schoonaarde B